Scribbles is verhuisd!

Werk uw bookmarks bij: Scribbles heet nu Schrijversblok

www.schrijversblok.nl

zaterdag, oktober 20, 2007

Fijn, zo'n brein

Het menselijk brein is bizar. Het is na miljoenen jaren evolutie zo’n beetje het ingewikkeldste orgaan dat de natuur heeft voortgebracht, maar er zitten duidelijk een paar vreemde ontwerpfoutjes in. Probeer voor de gein nu eens niet te denken aan een kip. Vooral niet aan denken. Niet aan de veren. Niet aan het geluid dat die beesten voortbrengen. En vooral (ik waarschuw je) denk nou niet aan dat reclamedeuntje. Probeer alleen de woorden te lezen zonder dat je het in je hoofd meezingt: ‘Kip, het meest veelzijdige stukje vlees. Kip!’.

Lukt niet, hè. Dit is een onschuldig voorbeeld. Denk nu eens niet aan jeuk op je rug. Zo net onder je schouderblad. Zo’n jeuk die er eerst bijna niet is, maar dan langzaam maar zeker begint te irriteren. Net niet genoeg om het heel erg te vinden, maar genoeg om te weten dat het er is. Nu ook niet aan kriebeltruien denken, of kleine beestjes. Niet doen! Of dat gevoel als je haar net geknipt is en er hele kleine haartjes op je rug zitten. Ban die gedachten uit je hoofd! Denk niet aan jeuk! ‘Jeuk!’ Dat woord alleen al! Niet aan denken!

Ik snap niet waarom ons brein zo werkt. Ik begrijp er helemaal niets van. Vooral niet omdat het mij evolutionair gezien alleen maar rampzalig voorkomt. Zoals vanmiddag, toen ik mijn lunch wilde klaarmaken. Ik zette de eiersalade op tafel en precies op dat moment begin Lucie, één van onze drie katten, luidruchtig te kotsen. Even vraag ik me af of ik dat misschien beter ná het eten op kan ruimen, maar helaas doet ze het zo duidelijk in het zichtveld dat er geen ontkomen aan is. Ik pak dus een zo dik mogelijke prop keukenrol en veeg dat natte warme spul op, om het vervolgens weg te gooien.

Ik ga weer aan tafel zitten en pak de eiersalade…

vrijdag, oktober 05, 2007

Klein meisje

Een klein meisje van twee is bij ons op bezoek. Oh, ook haar moeder en haar zusje, maar die vallen nauwelijks op. Het kleine meisje is namelijk verrukt door de nieuwe omgeving. Vooral het feit dat er héél veel dingen zijn om te pakken, waaronder drie steeds nerveuzer wordende katten. Af en toe stokt het meisje in haar bewegingen. En dan besef ik dat haar moeder er in slaagde haar in de houtgreep te nemen.
“Nee! Loslaten!” zegt ze terwijl ze de tropische en zeer breekbare schelp van onze vensterbank uit haar handen probeert te krijgen. Dat lukt, maar in een vloeiende beweging grijpt het meisje de vaas ernaast. Moeder is weer uit beeld verdwenen en onder een vrolijk, schattig gilletje rent ze richting kat. De kat, die zich afvraagt in welke nachtmerrie ze in Godesnaam terecht is gekomen, probeert zicht te verstoppen onder tafel. Dat is geen obstakel voor het meisje dat met uitgestrekte handjes naar de nu in het nauw zittende kat toe blijft rennen. Dan stopt ze weer met lopen. En opnieuw valt me op dat, inderdaad, haar moeder toch echt ook in de kamer is. Ze heeft haar dochter opnieuw in de houtgreep en spreekt haar streng doch wanhopig toe.Het meisje lacht haar stralende lachje en rent nu naar weer een andere hoek waar ze rakelings langs het glas chocolademelk van haar zusje scheert. Ze heeft een andere, panische, kat ontdekt achter het gordijn. En ja, aan dat gordijn kun je hangen als je dat wilt. Voor het meisje achter de kat aan kan klimmen heeft moeder haar opnieuw te pakken. Ze tilt haar op, waardoor haar voetjes opnieuw bijna het halfvolle glas chocomel raken. Moeder zet haar weer neer en beseft dat het haar dochter wéér is gelukt.
“Leg die schelp neer!” zegt ze. Een nieuwe worsteling volgt, waarbij blijkt dat meisjes van twee goede kansen maken bij het internationaal kampioenschap armworstelen. Moeder probeert haar dochter af te leiden met nieuwe prikkels.
“Boekje?” zegt ze hoopvol. Het meisje lacht klaterend als een fris bergbeekje en maakt van de gelegenheid gebruik om naar kat nummer drie te rennen. Deze dacht kennelijk dat hij aan de dans kon ontspringen, maar vlak bij zijn etensbakje heeft ze hem bijna te pakken. Toch blijkt de kat minder interessant dan datzelfde etensbakje. Ze graait er in met een gretig vrolijk handje en haalt er een paar Gourmet ‘harde brokjes’ uit. De smaak bevalt haar kennelijk, tot afgrijzen van moeder.
“Heeft ze er van gegeten?” vraagt ze met opengesperde moeder ogen.
“Dat merk je morgen wel, als haar vacht gaat glanzen,” zeg ik.
Het meisje ziet dat de kat ook interesse heeft in ‘haar’ snoepjes en biedt hem er heel voorzichtig een aan. De kat snuft aan haar uitgestoken handje. Zijn neus kietelt haar en ze produceert een héél hoog héél vrolijk, héél hard lachje. De kat houdt het voor gezien. Het meisje rent er achteraan. Rakelings langs de chocolademelk. Waar ze opnieuw de schelp ziet. Waarop haar moeder haar weer te pakken neemt. En het meisje nog steeds géén interesse heeft in het boekje. Tegen iedere kansberekening in schopt ze ook deze keer de chocolademelk niet omver.
“Zal ik hem zelf maar omgooien dan?” vraag ik.
Niet dat iemand dat hoort, want het meisje houdt nu niet meer op met vrolijke kreetjes uitslaan. Ik zie de katten zich verdringen bij de deur die ze gezamenlijk open proberen te trekken. Moeder kijkt verontschuldigend als ze per ongeluk zélf een stukje van haar gebak op de grond gooit. Ze biedt meteen aan om het op te ruimen en zet het meisje bij mij op schoot. En dan is het stil. Alsof de wind plots is gaan liggen. Het meisje kijkt nu rustig om zich heen en ik weet zelf niet wat er nou precies gebeurt.
“Wauw, Harry, hoe doe je dat?” vraagt moeder.
“Wat doe ik?”
Het meisje blijft stil. Ze zit op haar gemak op mijn schoot en kijkt tevreden rond.
“Wil je dat bij ons ook komen doen?” vraagt haar moeder. “Harry de babyfluisteraar.”