Scribbles is verhuisd!

Werk uw bookmarks bij: Scribbles heet nu Schrijversblok

www.schrijversblok.nl

woensdag, maart 29, 2006

Wachtrij

Ik wil een nummertje trekken, maar de automaat blijkt leeg. Dat moet dan ook meteen de verklaring zijn voor de nette rij die zich heeft gevormd voor het loket van het postkantoor. Ik sluit braaf aan, en wijs het meisje dat na mij binnenkomt beleefd op het mechanische probleem.
‘Leeg,’ zeg ik terwijl ik op de automaat wijs. Het meisje kijkt me verstoord aan en gaat door met zoeken naar een nummertje, tot ze niet meer om de conclusie heen kan dat de rol écht op is. Kennelijk kom ik in postkantoren niet zo geloofwaardig over.
De rij wordt steeds langer, tot één van de twee lokettisten het in de gaten heeft. Hij kijkt speurend om zich heen.
‘Hij is leeg!’ roep ik vanachter uit de rij naar de man, terwijl ik opnieuw naar de automaat wijs. Deze meneer gelooft me wel in één keer en stuurt zijn collega naar achteren voor Missie: Nieuwe Nummertjesrol (binnenkort in de bioscoop met Tom Cruise in de hoofdrol). Al snel komt hij terug en deelt nummertjes uit aan de mensen in de rij. Ik krijg ‘6’ en vraag of hij geen lager nummer voor me heeft. Maar ik moet het er mee doen. Met mijn kersverse ‘6’ in mijn hand stap ik uit de rij. De andere wachtenden kijken me geschrokken aan. Ze blijven in het gelid staan alsof de sergeant elk moment terug kan komen om iedereen die niet netjes is blijven staan de opdracht te geven tot honderd push ups.
‘Het kan echt hoor,’ zeg ik tegen de twaalf overige wachtenden.
Ze kijken me met grote angstige ogen aan alsof ik zojuist mijn broek heb laten zakken.
‘We hebben toch een nummertje,’ probeer ik uit te leggen. Niemand verroert een vin. Wel beginnen twee oudere dames driftige tegen elkaar te fluisteren terwijl ze af en toe afkeurende blikken op mij werpen. Ik schijn een vreselijke regel te hebben doorbroken. Terwijl ik het toch zo goed bedoel.
‘Op het bord staat toch het nummer van wie er aan de beurt is?’ zeg ik terwijl het zweet me uitbreekt. Ik voel nu een onbedwingbare dwang om deze mensen te bekeren van hun misplaatst geloof in ‘De Rij’ die zij nu koste wat het kost in stand proberen te houden. Ook mensen die nieuw binnen zijn gekomen en een vers gevulde rol nummers aantreffen, sluiten zonder uitzondering achter in de rij aan.
‘Mensen, er zijn weer nummertjes,’ zeg ik met wat naar ik hoop een vriendelijk en overtuigend gezicht is. ‘U kunt weer vrij rondlopen.’
Het meisje dat mijn eerdere opmerking (‘Leeg!’) al niet had geloofd, kijkt me afkeurend en hoofdschuddend aan.
‘Kijk maar!’ zeg ik, en ik ga demonstratief bij de wenskaarten staan, en pak er wat vrolijke verjaardagskaarten uit, die ik omhoog houd.
‘Ik denk dat u beter kunt gaan,’ zegt een man die achter me is gaan staan. Hij draagt een TPG uniform.
‘Maar er zijn toch weer nummertjes?’ zeg ik verbouwereerd.
‘Ik hoop niet dat ik de politie hoef te bellen,’ zegt de TPG-er.
‘Ja maar…’ wil ik nog tegenwerpen. Maar de rij begint als één man te applaudisseren. De TPG-er pakt me bij mijn elleboog en trekt me naar de uitgang.
‘Er zijn weer nummertjes!’ roep ik. ‘Wachtenden aller landen, verspreidt u!’
Waarna ik zonder pardon door de schuifdeur naar buiten wordt geduwd.
‘Nummer zes?’ hoor ik de andere lokettist nog roepen voor de deur dichtschuift.

Cornflakes

Cornflakes hebben een onweerstaanbare aantrekkingskracht op mij. Net zoals müsli, trouwens. En ‘weetabix’. Niet dat ik het veel eet. Het is niet eens dat ik het echt heel erg lekker vind. Na vier dagen ontbijten met ‘Special K’ ben ik het meestal zat, en blijft de doos als een soort trofee op een keukenkastje staan. Wat is dan de reden dat ik eens in de zoveel tijd op miraculeuze wijze weer bij ‘dat’ schap sta, dubbend welke soort ik deze keer ga meenemen? Ik zal het maar bekennen. Het is niet iets waar ik trots op ben, maar vooruit, omdat u het bent zal ik er maar recht voor uit komen. Het blijft wel tussen ons, he? Afgesproken. Het zijn de foto’s. De foto’s op de verpakking. Ik weet niet of u er wel eens op gelet hebt, maar de afbeeldingen op ontbijtgranenverpakkingen (is dat een goed scrabbelwoord?) staan altijd vol met frisse, vrolijke mensen. De luchten zijn blauw, het gras is van een fris groen dat je alleen op die ene perfecte lentedag ziet, en de keukens zijn altijd schoon en opgeruimd. Vrouwen hebben strakke (maar niet ordinaire) sportkleding aan, en joggen met vriendinnen door het bos. Mannen hebben van dat charmante grijze haar bij de slapen en spelen met de hond of hele mooie frisse kinderen. Op het moment dat ik in de lokale supermarkt sta en die frisse, vrolijke en sportieve verpakkingen zie wordt ik van binnen een beetje vrolijker. Het is heel erg, ik geef het toe, maar er is een deel van mijn brein dat bijzonder gevoelig is voor deze reclameboodschap. Op dat moment besluit ik dat ik morgen éérlijk om zeven uur opsta om vijf kilometer te rennen. Dat ik nu écht meer groente en fruit ga eten. Dat mijn keuken er óók zo uit kan zien, als ik maar voldoende lagen viezigheid van het aanrecht wegkrab. Als ik maar een pak Special K (Met extra vezels. Het geheim van een gezond lichaam is altijd ‘meer vezels’. Wat is een vezel? Wat deden oervolken om aan vezels te komen? Maar ik dwaal af. Haakje sluiten.) in huis haal wordt mijn leven ook één groot zonnig sportief, frisbee gooiend, honden uitlatend, kinderspelend feest. Niet dat ik normaal gesproken van honden hou, overigens. Maar op dat moment, als ik de Special K al in mijn handen heb, wil ook ik zo’n frisse, vrolijke, gezellige Golden Retriever om op zondag mee in het park te dartelen.
Na een paar dagen is, zoals gezegd, het cornflakesverpakkinggevoel (drie keer de woordwaarde) weer verdwenen. De wekker kan om zeven uur zo veel lawaai maken als ‘ie wil, ik druk hem in mijn halfslaap toch gewoon weer uit. Wat de keuken betreft: dingen opzij schuiven is toch ook een soort opruimen. Zijn chips niet van aardappelen gemaakt, en dus een soort groente? Terwijl het buiten stormt, regent en hagelt kijk ik uit het raam en denk ‘Wat ben ik blij dat ik geen hond heb.'

maandag, maart 27, 2006

Het Stel

Het stel is op visite en krijgt koffie met een koek
Mijn vrouw en ik waarderen het bijzondere bezoek
Maar als het dan wat later is willen wij naar bed
Helaas is onze huiskamer nog door ’t bezoek bezet

Heel voorzichtig kijk ik in de richting van de klok
Ik refereer naar pluimvee, ‘met de kippen vroeg op stok’
Het stel heeft het niet door, ze zitten heerlijk onderuit
Zij graaft diep in haar tas en haalt er kinderfoto’s uit

Mijn vrouw en ik bekijken al dat kroost nu even vlug
We geeuwen nu heel uitgebreid, het stel negeert dit stug
Het stel heeft ons, nu blijk, al zeker vijf uur in de tang
Dan sta ik op en haal heel bot hun jassen uit de gang

Ze kijken op nog om en hij pakt nu weer een sigaar
En zij heeft nog meer foto’s, dat vreselijke paar
Ik zeg dat wij vermoeid zijn en naar boven willen gaan
Het lijkt dat ze het snappen, maar in de gang blijven ze staan

Zij vertelt opeens over de ziekte van haar moer
Wat word ik moe van al dat oeverloos geouwehoer
Die vent vertelt nu trots over zijn nieuwe patsersbak
Ik glimlach nog beleefd terwijl ik een scherp mes op pak

Ze lullen gewoon door, trekken hun jassen maar niet aan
Het ziet er nu naar uit dat ze pas overmorgen gaan
Mijn vrouw begint te duwen in de richting van de deur
Het stel zet zich nu schrap en gaat weer door met hun gezeur

De voordeur is nu open en ze staan op het trotoir
En ik maak met mijn vinger een heel erg obsceen gebaar
Mijn vrouw wil af gaan sluiten en groet gemaakt beleefd
Dan blijkt dat een van hen de voet er stevig tussen heeft

Meer foto’s gooit ze door de kier, en mikken doet ze goed
Foto’s van het kraambed, wat is er vreselijk veel bloed
Hij vertelt op luide toon hoe duur die Saab wel is
Ik werp met drie, vier messen maar helaas gooi ik ze mis

Ik ga nu naar de keuken waar 'k een pan met olie kook
‘Hij’ vraagt door de voordeur of 'ie bitterballen rook'
‘Zij’ duwt de deur weer open met een vriendelijke lach
Mijn vrouw begint te kreunen, van ‘wee’ en ook van ‘ach’

Mijn vrouw gooit nu met messen terwijl ik de olie giet
Ik haal mijn revolver waarmee ik met scherp schiet
Het stel bukt en maakt buitelingen en geen schot treft doel
Ze praten rustig verder, nimmer houden ze hun smoel

Als wij het dan opgeven breekt de dageraad weer aan
Zij staat op en zegt ‘we moeten eigenlijk eens gaan’
Hij bedankt voor alles en zo voort en ook zo meer
En groet ons met de woorden ‘tot de volgende keer maar weer.’

vrijdag, maart 17, 2006

Creatief

Ik weet nooit zo goed wat ik aanmoet met bodybuilders. Niet dat ik er in het dagelijks leven zo veel tegenkom, maar als ik er één op TV zie kan mijn brein ze niet zo goed verwerken. Wat is het nou precies, een man of een vrouw? Is het wel een mens? En zijn die spieren echt, of is er iemand creatief met Playdough bezig geweest? Playdough en heel veel olijfolie voor die originele Bodybuilder-glans. Ik zie er de schoonheid niet van, maar dat zal persoonlijke smaak zijn. Ook begrijp ik niet dat er mensen zijn die een groot deel van hun leven dag in dag uit bezig zijn om dat ‘perfecte’ bubbelige Playdough-met-olijfolie figuur te krijgen. Sommigen gaan er zelfs voor naar de chirurg. Zo las ik vandaag in de krant over een bodybuilder (een voormalige Mister Mexico) die door een illegale arts was ‘geholpen’. In plaats van nepspieren plaatste de nepchirurg nepborsten, cup C, in de borstkas. Wat mij dan nog het meest verbaast is dat deze nepchirurg is veroordeeld tot zeven en een half jaar cel. Verbijsterend, dat hij het tot zijn proces overleefd heeft. Ik laat het persoonlijk wel uit mijn hoofd om een bodybuilder te beledigen, aangezien ik aan mijn gezicht gehecht ben. Maar welk lef heeft iemand om een man, die zijn hele leven aan zijn spierkracht en mannelijkheid heeft gewerkt, te voorzien van borsten? Die man moet ballen hebben. De ‘chirurg’ dan wel te verstaan. Zou de ‘dokter’ er bij zijn geweest toen de patiënt uit de narcose bijkwam? Zou hij de spiegel vast hebben gehouden? Misschien was hij levensmoe en was dit de meest creatieve zelfmoordpoging ooit. Menselijk gedrag zal me altijd blijven verbazen. Zo ook het andere, waargebeurde, bericht in dezelfde krant. Italiaanse politie agenten zagen een auto over de weg slingeren en hielden deze aan. Het bleek dat de man en de vrouw achter het stuur sex probeerden te hebben. De man was 59. De vrouw 70. De eerste associatie die bij me opkomt is de reclame van Bertolli, waarin hoogbejaarde Italianen tot heroïsche acties in staat zijn dankzij olijfolie (zonder Playdough deze keer. Hoop ik.) In elk geval ging de politie er van uit dat het stel niet getrouwd was, want (ik verzin dit niet) ‘getrouwde mensen doen zoiets niet’. Ik weet het niet. Ik kan me voorstellen dat als je als 59 jarige man getrouwd bent met een vrouw van 70, je er alles aan wilt doen om de relatie weer spannend te krijgen. Dan word je creatief. Dan zijn de mogelijkheden in de slaapkamer op een gegeven moment uitgeput. Vooral als de olijfolie op is.

donderdag, maart 16, 2006

Doxi-wattes?

De vreemdste dringen blijven in mijn brein hangen. En dan heb ik het niet eens over de nutteloze trivia weetjes zoals ‘Voor hoeveel geld verkocht Bart Simpson zijn ziel aan Milhouse?’ (Antwoord: $5,-) of ‘Hoe heet de robot van Buck Rogers’ (Antwoord: Twiki). Het zijn de echt buitenissige stukjes informatie die op de meest vreemde momenten boven komen drijven in mijn bewustzijn. Zo weet ik bijvoorbeeld dat je voor het oude videospel ‘Firebird’, dat enkel in Japan verscheen voor de oude MSX2 computer, met het wachtwoord ‘enddemogamitaina’ het eindfilmpje te zien krijgt. Ik weet niet waarom ik dit nog weet. Evolutionair gezien kan ik me niet voorstellen dat het bewaren van deze kennis me helpt overleven. En soms is het ook mijn eigen schuld. Een paar jaar geleden moest ik naar de dokter vanwege een gemene bijholte ontsteking. Ik kreeg medicijnen. Thuis had ik behoorlijk weinig om handen, en het eindfilmpje van Firebird had ik al een paar keer bekeken. Ik las de bijsluiter van het medicijn en zag dat het hoofdzakelijk bestond uit één werkzame stof. Ik besloot de naam uit mijn hoofd te leren. Het was doxiciclinenatriummetasulfaatcomplex. Het leek me namelijk geweldig om de volgende keer dat ik bij de dokter was voor dezelfde kwaal, zelf deze medische term te gebruiken alsof ik een half brood bestelde. Houd goed in het hoofd dat ik koorts had toen ik dit bedacht. Maar goed, ik heb enige uren besteed aan het oefenen en uiteindelijk rolde het zonder problemen van mijn tong. Doxiciclinenatriummetasulfaatcomplex. De maanden gingen voorbij, en op een gegeven moment was het weer raak. Verkouden, koorts en een bijholteontsteking. In de wachtkamer zat ik nog te oefenen. Doxiciclinenatriummetasulfaatcomplex. Doxiciclinenatriummetasulfaatcomplex. Andere wachtenden probeerden zo ver mogelijk uit mijn buurt te blijven. Ik mocht naar binnen (tot grote opluchting van de rest van de wachtkamer) en kwam in het kantoor van de dokter.
‘Wat scheelt er aan?’ vroeg hij.
‘Ik heb weer bijholteontsteking. Ik denk dat ik doxiciclinenatriummetasulfaatcomplex nodig heb.’
Zonde blikken of blozen antwoordde de dokter:
‘Dat heb je de vorige keer al gehad. Je krijgt nu wat anders.’
Teleurgesteld ging ik naar de apotheek voor het nieuwe recept, waarvan ik de bijsluiter onmiddellijk in de prullebak gooide.

En nu zit het vast in mijn hoofd. Doxiciclinenatriummetasulfaatcomplex. Ik vind dat nog steeds een van de mooiste woorden van de Nederlandse taal. Ik heb er al menig spelletje scrabble mee gewonnen.

woensdag, maart 15, 2006

Barbecue

Een column uit 2004, deze keer, die ik nog niet eerder op deze site had geplaatst.

Volgens het ANP werden zaterdag 85 mensen ziek tijdens een barbecue feestje. Vijfendertig van hen werden in het ziekenhuis opgenomen. Heel treurig allemaal. En ik vermoed dat er hier meer aan de hand is dan ‘gewoon’ maar een kwestie van voedselvergiftiging.

In de Metro van 30 juni stond, boven een gigantische advertentie voor ‘afslank broeken’, een klein berichtje over een drama in het Haarlemmermeerse bos. Een barbecue feestje van een Filippijnse geloofsgemeenschap eindigde voor veel aanwezigen in het ziekenhuis:

“85 van hen raakten ziek. Ze vielen flauw en moesten braken. Ongeveer 35 slachtoffers zijn naar het ziekenhuis gebracht.”

Nu is het bekend dat een barbecue in onbekwame handen een gevaarlijk wapen kan zijn. Dit nog afgezien van het feit dat veel mensen denken “hoe meer vlammen, hoe beter”, waardoor het vlees van buiten heerlijk zwart, en van binnen lekker rauw is. Ook salades, die lang in de zon staan en uiteindelijk door hongerige gasten worden gegeten omdat het maar niet wil opschieten met hun worstjes en diepvries-burgers, willen nog wel eens een slachtoffer maken.

Verder zijn barbecues op braderieën en soortgelijke volksfeesten nu niet direct een toonbeeld van hygiëne. Amerikaanse inlichtingendiensten vermoeden dat Irakese wetenschappers tijdens een werkbezoek in Nederland op Koninginnedag inspiratie opdeden voor hun biologische wapenprogramma. Dit bleek uiteindelijk een leugen. Amerika heeft geen inlichtingendiensten. Maar dat is weer een heel ander onderwerp.

Om terug te komen op de slachtoffers van de Hoofddorpse barbecue-ramp: toen ik het bericht las begon ik te vermoeden dat er geen sprake kon zijn van een ongeluk. Het zou kunnen, (en onthou, ik speculeer hier op basis van de zeer betrouwbare gegevens in een vijftig woorden tellend berichtje boven een advertentie voor afslankbroeken) dat de aanwezige mensen een collectieve zelfmoordpoging deden. Wat is namelijk volgens de Metro de oorzaak van de voedselvergiftiging:

“Waarschijnlijk was de bami op de barbecue bedorven.”

Als een fervent barbecue-er, die diverse hamburgers (en soms zelfs een halve kip) met eigen ogen door het rooster van de barbecue heeft zien vallen stel ik dat er dus sprake moet zijn geweest van opzet. Hoe veel moeite moeten de aanwezige koks (oftewel, degenen met het belachelijke schort met tekeningen van naakte lichamen en gewapend met een lange vork) hebben gedaan om bami te barbecue-en? Dat doe je niet voor je lol. Iedereen die probeert om dunne deegsliertjes boven een houtskoolvuurtje te bereiden heeft iets sinisters in de zin. En de enige mogelijke conclusie die ik kan trekken is dat we te maken moeten hebben gehad met een waanzinnige sekte die door middel van dit zelf-offer verwachtte mee te mogen met die Grote Barbecue In De Hemel, die zou leiden naar een paradijs waar het vlees altijd gaar en de sauzen altijd vers zijn.

Nu moet het geen al te fanatieke poging zijn geweest. De meeste van de 85 slachtoffers zijn inmiddels gelukkig weer thuis. En ik hoop dat de rest ook snel weer op de been is. Behalve de koks natuurlijk. Die zouden voor straf de kliekjes moeten opeten.

maandag, maart 13, 2006

Lammetjes

Ik moet een foto maken van lammetjes. Lammetjes en schapen. Oh, en een meisje. Hebben we dat? Lammetjes, meisje, schapen. De kinderboerderij moet wegens bezuinigingen namelijk sponsors zoeken en dat is Heel Erg. Mijn krant besteedt daar uiteraard graag aandacht aan, en ik ben uitverkoren om de foto te maken. Een emotionele foto van, ik herhaal, lammetjes, schapen en een meisje. Het meisje gaat tussen de schapen staan en houdt een lammetje vast. Tot zover gaat het perfect. Ik stel scherp en wacht tot er wat schapen in een schattige pose naar het meisje kijken. Klik. Klaar. Geweldig. Een schitterende foto van de neus van een lammetje dat mijn Canon powerShot G6, 7.1 megapixel camera aanziet voor iets eetbaars. Nieuwe poging. Ik stel scherp. Het lammetje, dat het meisje in haar armen heeft, heeft genoeg van de aandacht en wil wèèèèèg. Ik stel snel scherp. Er zit een ander lammetje op precies de goede plek. Ik druk af. Jammer van dat schaap dat er net met zijn kont voor gaat staan, anders was het een schitterende foto. ‘Duw hem maar gewoon opzij,’ zegt de beheerder die de zaak gade slaat. Ik duw tegen het schaap, dat een zuinig stapje opzij zet, waarna ze over mijn rechter schoen begint te poepen. Andere schapen komen nu op me af en ik ben omsingeld. Links en rechts duw ik schapen weg, terwijl ik probeer om het meisje weer in beeld te krijgen. Het eerste lammetje is gevlucht. Een ander lammetje moet zijn plaats innemen. Geiten snuffelen aan mijn camera. Ik sta op voor ze aan de lens kunnen likken. Jammer dat de stal nogal laag gebouwd is. Wel stevig gebouwd overigens. Het meisje staat inmiddels klaar met een nieuw lammetje. Ik bedreig een te dicht naderend schaap met een recept voor schapenbout. Het antwoord bestaat uit meer poep. Ze heeft schijt aan me. Andere lammetjes staan nu schattig om het meisje heen. Ze kijken allemaal in de lens. De schapen staan op afstand. Ik stel scherp en druk euforisch af. Het is gelukt! Het is gelukt! Weer een foto van een schapenneus! Dat %^#$ schaap zet net voor ik afdruk een stap naar voren zodat het hele beeld is gevuld met een verbaasd kijkend beest dat zich af lijkt te vragen wat al die woorden betekenen die ik nu binnensmonds (er zijn kinderen bij) voor me uit prevel. Inmiddels is de geheugenkaart bijna vol. Het kan me niet meer schelen. Wat nou, artistieke foto. Als het maar herkenbaar is. Ik stap naar achter, kijk nauwelijks door de zoeker en druk af. ‘Oh sorry,’ zegt de beheerder die op dat moment net voor de lens gaat staan.

zondag, maart 12, 2006

Voicemail

De volgende boodschap is bedoeld voor iedereen die wel eens niet thuis is maar vindt dat hij of zij geen Bericht mag Missen en daarom heeft besloten tot het inschakelen van dat hightech hulpmiddel: de Voicemail. PIEP

Geachte meneer, mevrouw,

Uw antwoordapparaat is GEEN auditie voor een rol in een Nederlandse comedy serie. Bovendien is uw boodschap eigenlijk helemaal niet grappig. Misschien dat uw vrienden zeggen van wel, maar wat ze werkelijk denken is: “Oh nee, niet WEER die opsomming van huisdieren die de telefoon niet op kunnen nemen. Had ik maar Andere Vrienden die niet zo’n Stomme Boodschap op hun voicemail hebben”.

En de gene onder u die zelf toegeven niets Leuks te kunnen bedenken: koester dit. Hou die gedachte vast! Laat het goed tot u doordringen: ‘Ik ben niet grappig! Antwoordapparaat moet zakelijk! Ik ben Niet Grappig!’

Ga niet, ik herhaal NIET over tot het inzetten van opnames van derden zoals verkrijgbaar via veel te dure 0906 lijnen. Zo van “haha nou denkt iedereen dat Andre van Duin mijn antwoordapparaat heeft ingesproken” of “Wat zullen ze opkijken als ze de stem van die imitatie van Jan Peter Balkenende op mijn voicemail horen!” Niemand kijkt hier van op. De enige gedachte die bij de beller op komt bestaat uit twee componenten: 1) Irritatie en 2) moordlust.

Waar helemaal niemand op zit te wachten is het volgende scenario:

STEM: “Hallo met Henk...”
BELLER: “Hee hoi! Met mij! Ik wilde vragen...”
STEM: “Ha ha ik ben er toch niet dit is mijn antwoordapparaat! PIEP”

Er is geen rechtbank die na het hier op volgende bloedbad nog op het idee komt om het woord ‘schuldig’ in de mond te nemen.

In de categorie “verzachtende omstandigheden voor doodslag” is ook het Muziekje heel populair. Om te beginnen even dit: de geluidskwaliteit van een muziekopname die gemaakt is door de hoorn naast de speaker te houden is niet van CD kwaliteit. De luisteraar heeft mazzel als hij of zij het gebrom op de achtergrond uberhaupt kan identificeren als muziek. En de term ‘mazzel’ dient ruim te worden genomen. Wat gaat er door uw hoofd als u de extended play version van Bohemian Rhapsody integraal op uw voicemail zet? Waar haalt u in Freddy Mercury’s naam het idee vandaan dat de mensen die u bellen zo verstoken zijn van enig contact met de westerse maatschappij dat ze met tranen van geluk op hun wangen keer op keer uw trouwe antwoordapparaat zullen afluisteren?

Ter vergelijking: Hoe voelde u zich de laatste keer dat u een grote instelling moest bellen, in de wacht werd gezet en een kwartier lang naar de muziek van Mission: Impossible moest luisteren voor de telefoniste u duidelijk maakte dat u een verkeerd doorkiesnummer had gedraaid? Wat u doet is iemand in de wacht zetten voor een LEEG HUIS.

Als laatste punt: IEDEREEN WEET HOE EEN ANTWOORDAPPARAAT WERKT. Het is beslist niet meer nodig om in een vijf minuten durend essay met een voorleesstem uit te leggen dat “Dit het antwoordapparaat is van de familie Jansen” en dat “de familie Jansen niet aan de telefoon kan komen”. En waar helemaal niemand meer van op zal kijken is dat we “na de toon een bericht achter kunnen laten.”. Alstublieft: we WETEN het van die toon. De toon is ons bekend. Niemand zal zich bij het beluisteren van de voorgaande uiteenzetting over de afwezigheid van uw familie afvragen wat dat toch voor Toon is en wat er nu van hem of haar verwacht wordt. HET IS DUIDELIJK!

Als we het voorgaande samenvatten komt het ideale antwoordapparaat bericht er als volgt uit te zien:

“We zijn er niet. PIEP”

Meer is niet nodig. Alstublieft. Uw vrienden zullen u vaker bellen.
Hoogachtend,
Harry Hol

zaterdag, maart 11, 2006

Koffie

Er zijn mensen die koffie echt kunnen verprutsen. Ik vind dat een hele prestatie. Je moet het echt willen. Vooral op werkplekken worden er dingen gedaan met onschuldige koffiepotten die indruisen tegen de conventie van Geneve.

Op mijn werk staat er iedere dag een thermoskan met bruin warm water klaar. Wat mij blijft verbazen is dat mijn collega’s dit aanzien voor koffie. Onbegrijpelijk. Koffie is in mijn ogen iets waar je van geniet. Waar ‘het aroma je al van tegemoet komt’ en waar je behalve wakker ook blij van wordt. Wat ze op mijn werk doen om tot een substantie te komen dat lijkt op het water dat ik onderin mijn vuilnisbak vind is me nog steeds niet duidelijk.

Persoonlijk houd ik van een redelijk sterke bak. Ik vind dat als je na de eerste slok je tanden niet voelt wiebelen, er best nog een schepje koffie in het filter had gekund. Maar zo ben ik. Sommige mensen willen hun bakje troost graag ‘mild’. En wie ben ik om op die watjes neer te kijken?

Er zijn natuurlijk grenzen aan de sterkte. Ik heb ooit iemand gekend wiens recept voor ‘een straf bakkie’ een procédé omvatte dat dicht in de buurt kwam van kernfusie. Terwijl je met een kleine hoeveelheid plutonium op wapensterkte toch al een heel eind komt. Mijn eigen recept is door een gevluchte Irakese wetenschapper ontwikkeld en staat op diverse lijsten van verboden substanties. Okee, ik overdrijf. Het is één lijst. Maar het is, zoals ik aan diverse gasten heb gemerkt, geen koffie voor beginners.

De nadelen van mijn koffie op industriesterkte is het chronisch gebrek aan slaap (en in een aantal nog niet door de rechtbank bewezen gevallen: moeite om zelfs nog met de ogen te knipperen) en de grote hoeveelheid tijd die je kwijt bent op het toilet. Want om de een of andere manier is er geen betere ontstopper dan koffie. Ik heb dit altijd een heel vreemde bijwerking gevonden. Net zoiets als gaan niesen als je een voetbad neemt. Het lijkt zo ontzetten weinig met elkaar te maken te moeten hebben.

Maar goed.Toch liever te sterk dan te slap. Persoonlijk doe ik voor iedere kop koffie één schepje in het filter, en één voor de pot. (Ik overdreef toen ik het over plutonium had, meneer van de AIVD. Echt waar! *Kuch* haha!)

Toen ik dit aan een collega van mij vertelde keek hij me geschrokken aan:
“Zo veel?”, zei hij.
“Wat doe jij er dan in?” vroeg ik.
“Drie of vier scheppen.”
“Op een volle kan?”
“Ja”
“Op veertien koppen koffie doe jij drie of vier scheppen?”
“Ja”
Over smaak valt natuurlijk niet te twisten, dus ik vroeg:
“Vind jij koffie eigenlijk wel lekker?”
“Nee, eigenlijk niet.”
“Waarom maak je het dan?”
“Ik drink thuis nooit koffie. Ik zet het alleen hier.”

Hij begreep niet waarom ik hem aanvloog. En voortaan neem ik mijn eigen thermos mee. Da’s redelijk veilig. Hij ontploft zelden.

zondag, maart 05, 2006

Simpsons

Opnieuw een hele korte zondagse update. Iedere fan van The Simpsons zou eventjes hier moeten klikken. Have fun!

vrijdag, maart 03, 2006

Interview

Er is iets in mij dat me vreselijk nerveus maakt als mijn mening wordt gevraagd. Dan bedoel ik niet 'zit mijn haar leuk?' hoewel die vraag op zich al het begin kan zijn van een relationeel mijnenveld. Nee, ik bedoel als mij om mijn 'officiele' mening wordt gevraagd. Een jaartje of wat terug belde een aardige jonge dame mij met een vragenlijst. Nu heb ik zelf telefoonwerk gedaan, dus ben ik al snel geneigd om niet al te bot te doen.
'Waar gaat het over?'
'Kauwgum.'
Okee, vooruit, daar wil ik wel wat tijd in steken. Ze begint vrolijk met haar lijstje en ik geef eerlijk antwoord. Hoe vaak ik het koop, welk merk, en waarom dat merk. Ik hoor mezelf antwoorden. 'Iedere week.' 'Xylyfresh' en 'Omdat het beter voor je tanden is dan gewone kauwgum'. Ik hoor de woorden uit mijn mond komen. Rechtstreeks uit de reclame. Ik besef dat ik precies de antwoorden geef waar het meisje op hoopt.
'Koopt u ook wel eens andere kauwgum?'
'Jawel,' lieg ik, terwijl het zweet me uitbreekt. Ik wil nu koste wat kost niet meer voldoen aan haar profiel. Ik bijt op mijn tong om meer reclameslogans te onderdrukken. Ik wil mijn wil terug! Mijn individualiteit. Maar het is te laat. Ik heb de kauwgumreclame geslikt. Het onderzoek blijkt ook nog eens in opdracht van Xylifresh te worden uitgevoerd. Al hun reclamebudgetten hebben doel getroffen. Ik ben het levende bewijs.

Ook als mij om mijn beroepsmatige mening wordt gevraagd weet ik me geen raad. Het is een ding om als journalist vragen te stellen, maar als een andere journalist mij aan de tand voelt, grijpt de angst me bij de keel. Wat gaat hij opschrijven? Hoe? Houdt hij mijn uitspraken in de juiste context? En: had ik die laatste uitspraak niet beter voor me kunnen houden?

Al deze gedachten en meer schoten door me heen toen vanavond een collega me telfonisch ondervroeg over de komende verkiezingen. Voor de krant van morgen. Omdat mijn mening als journalist ook wel eens interessant is voor de lezers. Ik moet nu dus afwachten. Wat heeft hij van mijn ondoordachte reacties gebrouwen? En ik besef: dit is wat ik anderen iedere week zelf aandoe. Het spijt me!

Anger Week 2006: [Lelijk woord]

Het aantal lezers via mijn RSS feed verdubbelde in de nacht van dinsdag op woensdag (al is het nu weer terug bij het oude, vertrouwde aantal van maar liefst zes). Ik zag het getal en dacht: wauw. En vervolgens: waarom? Scribbles is een miniscuul klein stipje in het enorme web. Zo ongeveer een keer per week schrijf ik een alledaagse column waarin ik mijn soms bizarre en regelmatig genante belevenissen beschrijf. Maar maandag schoot het aantal lezers vreemd genoeg omhoog. Waarom? Ik denk niet dat het concept van ‘Anger Week’ nou direct een briljant idee was. Ik was pissed vanwege het hossende volk dat mijn straat onveilig maakte, en ik dacht dat ik daar wel een weekje op kon teren. Ach, het enige wat het voor mij als schrijver opleverde was experimenteren met het meest nodeloos gebruik van het woord ‘fuck’ in een webcolumn. Eigenlijk ben ik te oud om het woord ‘fuck’ te pas en te onpas te gebruiken. Net zoals ik te oud ben om te begrijpen dat ‘vet’ tegenwoordig ‘gaaf’ betekent. Ik ben gelukkig nog jong genoeg om in te zien dat ‘gaaf’ al helemaal een ouwe lullenwoord is geworden. Ik besef dit allemaal, net zoals de meeste mensen een redelijk natuurlijk gevoel hebben van wat ‘nog kan’ en wat niet. Ik was dan ook verbijsterd toen ik voor het eerst kennis maakte met de Donner Rap. Gebracht door minister ‘de Don’ Donner. Met ogen zo groot als schoteltjes heb ik gekeken hoe de grijze bejaarde man, de belichaming van alles wat absoluut niet vet cool (sorry) is… rapt. FUCK. Toen ik zestien was begon hiphop en rap door te druppelen in Nederland. En toen al besefte ik dat het een muziekstijl is waar ik helemaal niets van begreep. Mijn muzieksmaak is in de jaren tachtig grondig verpest, zodat ik nog steeds ‘We Built this City’ van Starship beschouw als een van de beste nummers aller tijden. Rap was en is iets van mensen die jonger zijn dan ik. Ik weet dat. U weet dat. Waarom weet De Don dat niet? What the fuck? Is het mogelijk dat het allemaal een goede grap is? Dat De Don een gevoel voor humor heeft wat ons allemaal ontstijgt? Ik hoop het. Grote Goden, ik hoop het. Als dat niet zo is, wordt ons justitieel apparaat aangestuurd door ‘Ome Don’ die altijd zulke leuke liedjes maakt voor tussen de schuifdeuren. We hebben allemaal zo’n familielid (ik heb er meerdere… *zucht*) waarvan we hopen dat niemand oppert dat ie ‘dat stukkie’ nog eens wil voordragen. En altijd is er een neefje die met een valse grijns ‘Ome Don’ weet te verleiden tot het opvoeren van die tenenkrommende act die ook niet grappig was toen het publiek hem pas tweeëndertig keer gezien had.
Onze nationale Ome Don heeft blijkbaar vijftigduizend neefjes, die de Donner Rap allemaal hebben gedownload. Vreselijk. Weten jullie niet dat jullie de Don alleen maar aanmoedigen? En wat volgt? De Wouter Bossanova? De Femke Walsen Maar? FUCK!

donderdag, maart 02, 2006

Anger week 2006: Sneeuw

Drie uur en dertig minuten. Met een gemiddelde snelheid van, laten we voor de gein eens zeggen, 100 km/uur zou ik in die tijd aan kunnen komen in Lille (Frankrijk), Hannover (Duitsland), en bijna in Luxemburg. Ik heb dit gecontroleerd op Routenet. Het klopt. Kijk maar na. Ik kwam gisteren echter na drie uur en dertig minuten niet aan in de bovengenoemde verre steden, maar op de IJsselkade in Kampen. Vanuit Zwolle-Zuid. Fucking Zwolle-Zuid. Dat is een rit waar ik normaal gesproken twintig minuten over doe. Een taxichauffeur die ik ken doet dezelfde rit in 12 minuten, maar die moet voor vertrek aan de luchtverkeersleiding toestemming tot opstijgen vragen. Maar ik dwaal af. Mijn rit begon bij klimhal Yosemite in Zwolle Zuid.

15:36 uur.
Na twee uur klimmen is het mooi geweest. Geen gevoel meer in de armen, en geen puf om nog even naar de wc te gaan voor de rit naar huis. De auto blijkt ondergesneeuwd. Even vegen, en optimistisch op pad, en voorzichtig de ringweg op.

16:17 uur.
Na drie kwartier met een snelheid van 1 heb ik de keuze om via de rotonde de A28 op te gaan, of om rechtsaf het centrum van Zwolle in te rijden. Mijn blaas laat mij geen andere keuze. Het eerste de beste openbare gebouw waar licht brandt is een Peugot dealer. Ik ben bereid een nieuwe auto te kopen als ik maar naar de wc mag. Het mag en ik rijd over de glibberende wegen richting centrum, in de hoop dat ik zo de A28 op kan.

16:47 uur.
De A28.

16:58 uur.
De A28.

17:10 uur.
Afslag naar Kampen in zicht.

17:15 uur.
Afslag bereikt.

17:30 uur.
Bijna bij de N50. In de verte zie ik zwaailichten. Ik zwaai terug.

17:35 uur.
De zwaailichten zitten op een politieauto die de weg naar Kampen verspert. Ik stop en besluit te wachten tot de agent vanzelf verdwijnt. De agente (blijkt) komt uit de auto. Ik doe het raam open.
‘Niet naar Kampen!’ roept ze.
‘Wel naar Kampen!’ roep ik terug.
‘NEE! Niet naar Kampen! Doorrijden! Doorrijden!’ Kennelijk is het gebruik van gramaticaal Nederlands niet de eerste prioriteit op de politieschool. Ik besluit om haar dan maar in haar eigen taal aan te spreken.
‘Wel Kampen! Hoe!? Hoe ik naar Kampen!?’
‘Niet Kampen!’ roept ze (ik zweer het!) ‘Hattem! Hattem! Hattem!’
‘Maar hoe Kampen!!??’ antwoord ik.
‘Hattem! Wezep! Kampen! Kampen! Kampen!’ roept ze. ‘Doorrijden!’

Ik rijd door.

17:50 uur.
Hattem! Hattem! Hattem!

18:00 uur.
Wezep! Wezep! Wezep!

18:15 uur.
Mijn motor klinkt raar. Ik ruik benzinedampen. De hele weg al, maar ik probeerde het te negeren. Het oliepeil lampje licht op. Zoals Captain Kirk zou zeggen: ‘Moet… auto… redden!’
Een garage! Gelukkig. Oliepeil blijkt in orde, net zoals de motor, afgezien van de dop van het oliereservoir dat er NAAST ligt. What the fuck?

18:30 uur.
Wezep… Wezep… Wezep… De sneeuw zet door. Auto’s schuifelen voor me uit. En mijn benzine is bijna op.Ik stel me voor dat ik over een maand uit een hoop sneeuw wordt gevist.

18:45 uur.
Ik zie Kampen!

18:56 uur.
Ik sta nog op de IJsselkade, te wachten tot ik bij een parkeerplaats kan.

19:01 uur.
Thuis.

woensdag, maart 01, 2006

Anger week 2006: Melk

Een paar dagen geleden liet Radar een aantal ‘boze consumenten’ aan het woord die er tot hun grote schrik achter kwamen dat de informatie die ze zelf op internet hadden gezet er (SCHOK! HORROR!) nog steeds op stond. Met een net iets te serieus gezicht gaat de geblondeerde presentatrice op de zaak in. De verontwaardiging druipt van het beeldscherm. Een expert (nog net niet in een witte laboratoriumjas) vertelt ‘hoe erg het is’ en ‘hoe gevaarlijk het is’ om persoonlijke gegevens op een website te zetten. Er wordt zelfs contact gezocht met Google, die al die persoonlijke informatie zo maar toegankelijk maakt. Google wil niet reageren zegt de blondine met een toontje van ‘zie je wel, het zijn arrogante criminelen’. Zo veel onwetendheid in één item wekt bij mij irritatie. En in plaats van dat mensen er op een rustige manier de juiste informatie krijgen, zorgt het dramatische toontje voor zo veel onterechte angst bij al die arme digibeten in Nederland. Het hele item kan je samenvatten met ‘pas op, op internet’, maar daar is een programma niet mee gevuld. Nodeloos angst zaaien is het. Maar dit is allemaal slechts milde irritatie. Eigenlijk had ik niet anders verwacht van het TROS programma dat een paar maanden geleden, met de zelfde geschokte, verontwaardigde toon meldde dat ‘melk slecht is voor mensen’. Melk. Laat het maar even bezinken. Een Australische wetenschapper (deze keer wel degelijk in de autoriteit uitstralende witte jas) komt even vertellen hoe vreselijk slecht melk is voor mensen, en wat een maffia de melkboeren zijn om dit vergif aan de bevolking te verstrekken. Want, zo gaat het argument, ‘er zijn veel mensen die allergisch zijn voor melk, dus dat betekent dat het slecht is voor iedereen.’ Nieuwsflits: er zijn ook mensen allergisch voor aardbeien, honging, sinaasappels, gluten, noten, pollen, wol, angora, water, Frans Bauer, huisstof, werk, zonlicht en nog zo'n 750.000 stoffen waar we dagelijks mee in aanraking komen. Dit is niet het enige argument van de prof: ‘Mensen zijn de enige diersoort die na de kindertijd nog melk drinken! Dus…’ Dat ‘dus’ mogen we zelf invullen. Hallo, prof: mensen zijn ook de enige diersoort die stampot boerenkool eten. Kan ik nu ook een dikke subsidie en een boekdeal krijgen om te bewijzen dat de boerenkool maffia ons aan de ‘groente houdt’ om hun dikke portemonnee te spekken? Als een uitgever contact met me op wil nemen moet ie maar even mailen, want mijn telefoonnummer zet ik niet online.
Jahaaa, alles is slecht voor ons. Eten, drinken, sex, slapen, sport, ademhalen, naar Frans Bauer luisteren, touwtje springen, roken, internetten, televisie kijken en nu dus ook melk drinken. En juist de mensen (ik gebruik deze term nu ruim) die dit soort Radar desinformatie als een spons opzuigen staan vooraan bij de apotheek om voor honderden euro’s opgelost niks te kopen van Vogel en VSM. Maar meer over homeopathie en hun debiele aanhangers in een volgende editie.