Scribbles is verhuisd!

Werk uw bookmarks bij: Scribbles heet nu Schrijversblok

www.schrijversblok.nl

woensdag, april 06, 2005

Ontsnapping

Het is zondagochtend, elf uur. Ik zit met koffie in de ene en de krant in de andere hand als de deurbel gaat. Dat kan geen goed nieuws zijn. De vorige keer dat er op zondag iemand voor mijn deur stond was het de politie: mijn auto was gestolen, gejoyride en in de brand gestoken. Goedemorgen!
Ik bereid me dus op het ergste voor als ik de deur open doe. Een man en een vrouw kijken mij grijnzend aan. Er is iets in hun blik waardoor ik de deur meteen wil sluiten.
‘Wat kan ik voor u doen?’ vraag ik.
‘Wij wilden juist weten of we iets voor u kunnen doen,’ zegt de man. Hij grijnst nog eens breed, waarmee hij mij trakteert op een royaal uitzicht op zijn zwarte tanden. Ik kijk hem niet begrijpend aan en bedwing het André van Duin antwoord ‘Wat kunt u allemaal?’. Dan zie ik de folders in zijn hand. De Wachttoren. Jehova’s Getuigen.
‘Oh. Maar ik heb geen interesse.’
‘Maar denkt u wel eens na over geloof? In Kampen wonen toch veel mensen die daar mee bezig zijn?’
Ik wil antwoorden maar uit mijn ooghoeken zie ik een bruinwitte schicht voorbij schieten. Ik vloek hardop. De Jehova’s kijken me verbijsterd aan.
‘Lucie!’ roep ik. Mijn lapjespoes is ontsnapt. Ze mag niet naar buiten vanwege het drukke verkeer. Ze weet dat en grijpt iedere kans aan om uit te breken.
‘Oh shit!’ Ik ren achter haar aan. Ze schiet onder de dichtstbijzijnde auto en gaat daar net buiten mijn bereik zichzelf rustig zitten wassen. De Jehova’s staan als aan de grond genageld naast mijn nog geopende voordeur.
‘Lucie, kom dan!’ roep ik. Lucie kijkt me geinteresseerd aan, houdt haar kop even scheef en gaat verder met wassen. Ik probeer haar voorzichtig te pakken. Ze ziet dit en zet heel beheerst één stapje naar achteren zodat ze precies buiten mijn bereik zit.
‘Kunt u hier even gaan zitten,’ zeg ik tegen de man met de zwarte tanden.
‘Eh, jawel…’ zegt de Jehova die zich af lijkt te vragen of hij nu wel of niet schuldig is aan deze situatie. Maar hij gaat op zijn knieën naast de auto zitten. Ik ga aan de andere kant op mijn buik liggen.
‘Hoegeboega hoe hoe huuuu!’ roep ik terwijl ik met mijn armen wild onder de auto graai.
De man kijkt naar mij, dan naar zijn vrouw en zegt eveneens op luide toon:
‘Huuu! Hup hup hup!’ tegen Lucie.
Een buurman loopt langs, aanschouwt het tafereel en groet me beleefd. Hij heeft me dit vaker zien doen.
Lucie besluit, dat als ik ‘Hoegeboega’ roep, ik het kennelijk meen. Ze zet het op een lopen in de richting van de voordeur. De vrouw staat daar nog steeds. Lucie schiet naar binnen.
‘Deur dicht! Deur dicht!’ roep ik. Dan besef ik dat mijn sleutels nog binnen liggen.
‘Maar niet helemaal!’
In een vloeiende beweging die ik niet achter haar had gezocht zet ze haar voet tussen de deur voor hij helemaal sluit. Ik zie haar even grimassen van pijn.
‘Dank u,’ zeg ik.
‘Nou, we gaan weer,’ zegt de man, die het stof van zijn knieën slaat.
‘Ja, goede morgen,’ zegt de vrouw die ook zo snel mogelijk weghinkt. Ik kijk ze nog even na voor ik de deur dicht doe.
Lucie komt in de gang naar me toegelopen en snort hard.
‘Brave Lucie,’ zeg ik terwijl ik haar aai.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

HAhaHAhaHAhaHAha....

"Hoegagabooga" made me smile again!

Dank je wel daarvoor, ik ben trots op je!

Anoniem zei

Zo'n kat heb ik ook!
De eerstvolgende keer doe ik 't ook zo!

Anoniem zei

Ghegheghe

Het feest der herkenning, uitstekend verwoord :)

Groet
Paul