Scribbles is verhuisd!

Werk uw bookmarks bij: Scribbles heet nu Schrijversblok

www.schrijversblok.nl

dinsdag, september 25, 2007

De klas van '92 (of '91)

Wat is de functie van een reünie? Waarom gaan mensen terug naar de plek waar ze eigenlijk nooit naar toe hadden willen gaan? Ik kan me nog levendig herinneren hoe vurig ik hoopte op een vreselijke ramp (zonder persoonlijke ongevallen) waardoor de school voor maanden dicht moest. Of op weer dat zó extreem was dat zelfs mijn ouders me niet de deur uit zouden sturen.

Sowieso is mijn Havo tijd een rare periode, waar ik eigenlijk niet zo heel veel meer van weet. Dat op zich vond ik al angstaanjagend. Toen ik even door mijn dagboek uit die tijd bladerde om te ontdekken of ik nou in ’91 of ’92 examen had gedaan (ja, erg, ik weet het) viel me op dat ik kennelijk als een soort wandelende hormoon door mijn schooltijd heb gelopen. Zo veel verliefdheid op zo veel verschillende meisjes zou ik nu echt niet overleven.

Ook zijn me weinig leraren écht bijgebleven. Geschiedenisleraar, want dat was mijn favoriete vak. Engels, want die man las geweldige verhalen voor. Economie, want met die man heb ik oorlog gehad.

Dat laatste zou je kunnen opvatten als een kleurrijke overdrijving, maar dat was het niet. Ik herinner me dat ik zijn klas in kwam en nog in de een of andere brochure las.

De leraar pakt het boekje zonder iets te zeggen af en gooit het in de prullenbak. Zonder na te denken haal ik het er weer uit, en geef de man er een tik mee op zijn hoofd. Nog voor ik mijn tafel heb bereikt hoor ik een knal. De man heeft een kopje naar mij gegooid dat nu in gruzels op de grond ligt.
“Dat ga je opruimen,” zegt hij.
“Nee,” zeg ik.
“Dan verklaar ik je de oorlog.”
De rest van de les staart hij me aan, terwijl mijn klasgenoten zich afvragen wie het eerst met de ogen zal knipperen.
Waarop ik thuis een krant op A3 formaat in elkaar plak met als kop: ‘VEILIGHEIDSRAAD VEROORDEELT [naam leraar]’ en ‘OORLOG TUSSEN HOL EN [naam leraar]’

Een week later koop ik bij een feestwinkel ‘kogelgaten’. Stickers voor op een ruit, wel te verstaan. Die ik uiteraard op zijn voorruit plak. De man hoeft de volgende dag niet eens te vragen wie het gedaan heeft. Hij komt op me af op het schoolplein en buldert “Hol! Jij blijft voortaan met je poten van mijn auto af!”.

Tijdens de reunie op zaterdag, waar ik mensen tegenkwam die écht niet veranderd waren (afgezien van dikker, ouder en kaler), was ook die beruchte economieleraar aanwezig. Uiteraard stapte ik op hem af. Hij keek me aan, lachte even en zei ‘ze laten hier ook iedereen binnen.’ Maar kennelijk had hij dat grapje die dag al honderd keer gemaakt, want erg gemeend kwam het er niet uit. Hij vroeg wat ik deed. Ik vroeg of hij nog kopjes gooide. Hij bevestigde dat. Daarna draaide hij zich om, om met een andere oud-leerling te praten. Wat best een beetje een teleurstelling was, al weet ik nog niet precies waarom.

Wat moet ik verder nog vertellen over een reünie waar je mensen ziet die je 15 jaar niet hebt gezien? Het gekke was dat het helemaal niet zo lang geleden leek. We kletsten wat bij in de gang voor een lokaal (waar niemand écht naar binnen wilde) en terwijl ik daar stond bekroop me het gevoel dat dit een tussenuur was. Maar waartussen? Ik dacht hier over na terwijl ik met een oud-klasgenote naar een deur liep. Deze stond open en was geblokkeerd door een wig. Waar ik over struikelde. Waarop de deur los schoot, en tegen me aan klapte, waardoor ik bijna tegen de directeur van de school aan viel. Dat zal me leren sentimenteel te worden.

Geen opmerkingen: